Vragenlijst

    Geef bij elke stelling aan in hoeverre deze uitspraak voor jou waar was als kind en in hoeverre de uitspraak voor jou nu waar is.

    Je invulnummer (als je dit nummer niet hebt, neem eerst contact met mij op)

    1. Ik merk dat ik mij vastklamp aan mensen waar ik mij dichtbij voel omdat ik bang ben dat ze me zullen verlaten

    2. Ik pieker erover dat mensen die belangrijk voor me zijn iemand anders zullen vinden die ze liever hebben en dat zij mij in de steek zullen laten

    3. Ik ben wantrouwig over de verborgen motieven van mensen; ik vertrouw mensen niet makkelijk

    4. Ik heb het gevoel altijd op mijn hoede te moeten zijn bij anderen omdat ze me anders pijn zullen doen

    5. Ik heb niemand gehad die voor me zorgde, vertrouwelijk met me omging of erom gaf wat er met me gebeurde

    6. Er zijn geen mensen geweest die zich bekommerden om mijn emotionele behoeften aan begrip, medeleven, leiding, advies en steun

    7. Niemand waar ik me toe aangetrokken voel, zou van mij kunnen houden als ze me echt zouden kennen en mijn fouten zien

    8. Ik schaam me voor mezelf, ik ben het niet waard dat anderen van mij houden, me aandacht geven en me respecteren

    9. Ik heb het gevoel dat ik er niet bij hoor. Ik ben anders, ik pas er niet bij.

    10. Ik ben saai en vervelend. Ik weet niet wat moet doen of zeggen bij sociale situaties

    11. Ik ben suf en saai in sociale situaties

    12. Mensen willen me niet tot hun groep laten behoren

    13. Ik heb het gevoel dat ik me niet goed alleen kan redden, ik voel dat ik anderen nodig heb om me te helpen

    14. Er is iemand in mijn leven (ouders, partner, goede vriend) en we hebben de neiging ons teveel met elkaars leven, problemen en beslissingen te bemoeien

    15. Ik maak me meer zorgen dan de meeste mensen over gevaar, dat ik ziek zal worden of dat mij iets heel ergs zal overkomen

    16. Ik maak me zorgen dat ik of iemand die belangrijk voor me is geld zal verliezen en straatarm of afhankelijk van anderen zal worden

    17. Ik ben niet in staat geweest me los te maken van mijn ouders zoals anderen van mijn leeftijd dat wel deden

    18. Ik ben zo betrokken bij mijn partner, vriend of ouder(s) dat ik niet goed weet wie ik zelf ben of wat ik zelf doe

    19. Ik ben niet zo intelligent of talentvol als de meeste anderen als het op werk, school of studie aankomt

    20. Ik voel me vaak minderwaardig aan anderen omdat ik minder talent of succes heb of minder intelligent, mooi of knap ben

    21. Ik heb het gevoel dat ik toe moet geven aan de wensen van anderen, anders zullen ze het mij op een of andere manier betaald zetten of mij afwijzen

    22. Ik doe veel meer moeite dan de meeste anderen om conflicten uit de weg te gaan

    23. Mensen vinden dat ik te veel voor anderen doe en te weinig voor mezelf

    24. Ik ben altijd degene die luistert naar de problemen van anderen

    25. Ik schaam mij ervoor mijn gevoelens naar anderen te uiten

    26. Ik houd mezelf zo in de hand en verborgen dat anderen denken dat ik geen gevoelens heb

    27. Ik probeer maximaal te presteren, ik kan geen genoegen nemen met "goed genoeg". Ik wil graag nummer 1 zijn in wat ik doe

    28. Ik heb altijd zoveel te doen dat er bijna geen tijd overblijft om te ontspannen en echt plezier te hebben

    29. Ik vind dat ik me niet aan de normale regels en afspraken zou hoeven houden die voor anderen gelden

    30. Ik raak geïrriteerd als mensen niet doen wat ik vraag

    31. Ik kan niet de discipline opbrengen dagelijkse routinezaken af te maken of mijn emoties onder controle te houden

    32. Vaak doe ik impulsief dingen waar ik later spijt van heb

    Bron: Cursus Schematherapie op de Kliniek, Psychotherapeutisch Centrum de Viersprong